wijzijnopreis.reismee.nl

Op dik dik-jacht

We moeten vroeg uit de slaapzakken want we gaan vandaag op bezoek bij twee stammen. Na onze ontmoeting met de MasaÏ hebben we hier niet zo heel veel zin in. De eerste stam is de Hadzabe-bushmen. We mogen mee op jacht. Michael gaat ook mee als tolk. Alle stammen van Tanzania hebben hun eigen taal en spreken ook Swahili. Als we aankomen, brandt er een kamp vuurtje. De mannen roken marihuana om zich voor te bereiden om de jacht. Met nog twee andere Nederlandse toeristen rennen wij achter de jagers en een roedel honden aan. Het valt ons dat dit de jonge jongens zijn met een oudere man. De andere jagers zien we niet meer. Kennelijk gaan die echt op jacht. We rennen door struiken met doornen, klauteren over rotsen. De jagers hebben het spoor van een koedoe te gevonden. Helaas raken ze het spoor kwijt. De koedoe is één van de dieren die we nog niet hebben gezien. Wel vinden de jagers een dikdik terug die ze avond van tevoren hebben geschoten. (zeurpieten als we zijn valt het ons op dat er niet heel veel bloed uit de pijl wond is gedropen en heel toevallig ook dat de dikdik niet is aangevreten door hyena's, muizen , ratten of wat voor beest dan ook) De bushmen jaagt ook met pijlpunten gedoopt in gif. Om veilig het vlees te kunnen eten, wordt het vlees gekookt in water met een anti-gif. De bushmen is de enige stam in Tanzania die nog op dieren mogen jagen. Het is namelijk hun hoofd bestaan. De Masaï bijvoorbeeld houdt vee zoals koeien en geiten. De jagers maken een vuurtje en roosteren de dikdik. Ook al is dit voor de show, het is interessant om te zien hoe ze leven en hoe ze dieren die ze vangen roosteren en schoonmaken. We mogen een klein stukje proeven. Verder eten we bessen en een vrucht van de baobab-boom. Deze twee worden de jagers ook verzameld om mee te nemen naar het dorp. Michael laat ons verder een boom zien waarvan je de bladeren kan gebruiken als je last hebt van tandpijn. De takjes kan jezelfs als tandenborstel gebruiken.

Evert gaat als we weer bij het kamp van de bushmen zijn, oefenen met pijl en boog schieten. Dat doet hij erg goed want ondanks dat het niet zijn eigen boog is, erg een goed windje staat en niet zijn dagelijkse bezigheid is, schiet hij een keer raak (pijl blijft in blok hout zitten) en drie keer stuitert de pijl uit het blok hout omlaag. Als er gif aan de punt zit, moet het dier zeker het haasje zijn geweest. De jagers feliciteren Evert zelfs met het resultaat.

We vinden het heftig en zwaar de ochtend. Laat staan dat je in zo'n droge omgeving moet leven. En met mazzel houden we het twee dagen vol, maar zonder water echt niet langer.

De tweede stam die we bezoeken is Datoga. Deze zit 2 kilometer verderop. Datoga maakt voorwerpen van ijzer. Dit ruilt de stam met spullen zoals medicijnen, vlees, bessen en honing met de bushmen. Een Datoga man heeft meerdere vrouwen (mits die het kan betalen natuurlijk) De familie die wij bezoeken bestaat uit een stamhoofd met drie vrouwen en 17 kinderen. Voor vrouw moet een bruidsschat worden betaald. Dit kan zijn bijvoorbeeld een aantal koeien/geiten/of 10 liter honing. Een koe kost ongeveer 125 euro en een geit kost 30 euro. Bij bruiloft met de eerste vrouw wordt er een groot feest gegeven. De rest van de trouwerijen worden minder uitbundig gevierd. De vrouwen hebben allemaal een eigen hut met keuken, slaapkamer en woonkamer.

De kinderen van de Dagota-stam gaan naar school en kiezen ervoor om de stam te verlaten en naar de universiteit te gaan. Anderen verkiezen liever het leven zoals hun voorouders ook hebben geleefd. De kinderen van de bushmen daarentegen willen niet naar school en lopen daarvan weg. Leden van de stam zijn oude koper en aluminium voorwerpen, zoals kranen, aan het omsmelten. Ze maken hier nieuwe voorwerpen van waaronder armbanden. Deze kosten 2 euro per stuk. Dit vinden we een leuke prijs en kopen twee armbandjes.

De laatste stop is de maandelijkse markt. Van heinde en verre komen verschillende stammen hier samen om spullen te verkopen en te kopen. Net zoals bij ons maar dan anders uitgestald. De kleding wordt uitgestort op kleden op de grond (graaien dus. Michael komt hierdoor aan zijn moderne kleding. Vroeg op staan en zoeken in de bergen kleding) de koeien en geiten staan op een apart stuk van de markt. Bij de eettentjes worden halve koeien op een vuur geroosterd. We durven het niet aan om iets te eten. Ook omdat er flink veel zand over de markt waait. Het zelf gebrouwen bier wordt bewaard in vatten die er vies uit zien. We hebben nog twee dagen te gaan en geen zin in om leeg te lopen.

De nieuwe campingplek is tussen de koffiebonen. De eigenaar is een Indiër en heeft een gigantisch stuk grond waar hij naast een koffieplantage, ook graan en sperziebonen verbouwd, koeien houdt en een camping runt. We zijn de enige gasten en na een rondleiding over het land, gaan we uitgebreid douchen. Het vuur onder watertank brandt. We kunnen heerlijk douchen met warm water zonder in de rij te hoeven staan.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!