We worden opgewacht door de gids die ons net buiten Pangkalanban brengt waar een boot op ons ligt te wachten. We varen de rivier over en gaan een arm in. Onze tocht door het begin van de jungle is
begonnen. Onderweg worden we voorzien van een lunch bestaande uit vers gebakken vis (wel zelf schoonmaken) rijst en groenten.
We zien een wilde orang-oetang en neusapen. Rond de klok van 4 wordem ze actief. Daarvoor is het te warm. De tocht naar onze kleinschalige ecovriendelijke lodge duurt bijna 3 uur. We hebben
ervoor gekozen om in een lodge te slapen en niet aan boord. We hebben wel zin in een warme douche.
De volgende ochtend worden wij rond half 6 gewekt door een groep makaken die over het dak springt en voor de bomen van onze huisje allerlei capriolen uithalen.
Tegen 7 uur zitten wij weer op de boot richting het 1ste kamp. Hier worden wij welkom geheten door orang-oetang Atlas. Die hoopt dat hij wat lekker op 1 van de boten kan vinden.
De semi-wilde orang-oetangs worden bij dit kamp tegen9:00 uurbijgevoerd. Het menu bestaat uit bananen en melk. Semi-wild houdt in dat ze gebruik worden in het fokprogramma. Soms bezoekt een wilde
orang-oetang in de van de kampen om wat mee te snoepen van het fruit. En heel soms net een semi-wilde de benen. We hebben wat leuke foto's weten te nemen van banaan etende tot aan hangend in een
boom. Er staan een aantal houten bankjes, maar lang niet genoeg om alle toeristen een plekje te bieden.
We gaan op weg naar het 2de kamp. Dit is weer zo'n 2 uur varen. Bij de plek aangekomen, krijgen we opnieuw een lunch aan boord. Een makaak zit vanuit een boom te loeren naar onze zoete meloen. De
orang-oetangs worden in het 2de kamp romd 14 uur gevoerd. Een wilde gibbon pikt een banaantje mee. Het is een grappig gezicht als hij voorbij rent en snel wat bananen pakt. Sowieso is er bij
orang-oetangs een rangorde. Een dappere jonge orang-oetang klimt het platform en probeert zoveel mogelijk bananen mee te nemen. Iedereen doet dit als er een nieuwkomer zich meldt bij de
voerderplek.
Rond 3 uur keren we terug in de hoop nog wat andere dieren langs de kant van de rivier te spotten. Helaas zien wij niet veel. Wij zien een ijsvogel en een neushoornvogel overvliegen. Als ik dan
een vogel spot, varen we te snel en kunnen we met moeite stoppen. De vogel is dan helaas al gevlogen. Het resultaat is een bewogen foto van een kraai-achtigr met bruine vleugels. Het is goed te
merken dat de meeste toeristen voor de orang-oetangs komen. De andere boten varen nog sneller. De kapitein en de gids weten niet zo goed wag ze met die 2 turende toeristen aan moeten.
We overnachten nogmaals in de River lodge. Onzd jungle-tocht zit er weer bijna op. De volgende dag ontbijten wij met een - op speciaal verzoek - noedelsoep. De lodge biedt alleen maar
verschillende varianten met ei en toast aan.
Als we Pangkalanbun weer aandoen, zien we enkele betonnen flatgebouwen op een rijtje staan. Deze torens zijn neergezet voor de zwaluwen. De nestjes worden verzameld en verkocht aan China waar ze
vogelnestjes een lekkernij vinden.
Op het vliegveld aangekomen, hebben we weer vertraging. Dit keer bijna 3 uur. Maar opnieuw konden wij onze koffers zonder problemen afgeven.
Op het vliegveld Semarung/Java worden wij opgewacht door mr. Teddy. Een man van midden vijftig met humor en af en toe een Nederlands woord. Als wij vertelden dat wij de orang-oetangs hebben
bezocht, zegt mr. Teddy: oh, mijn opa.
Euh,.... Okay.... We hebben het goed verstaan....
Wij rijden in 1 keer door naar Wonosobo. Op 150 meter afstand lopen we een warung madan binnen en bestellen hier een bakso (soep met balletjes van rundvlees) Erg smakelijk. De locals vonden het in
ieder geval grappig. Kennelijk doen niet veel toeristen dit.