De Boeddhistische tempel, de Borobudur, stond gisterochtend op het programma. Rond zonsopgang lopen wij over het terrein. Zonder gids, die liggen nog op 1 oor. Voor ons maakt dat niet uit. Het
levensverhaal dat rondom de negenlagen tellende tempel is afgebeeld, kennen wij inmiddels maar al te goed. Tussendoor zien wij afbeeldingen in de stenen gehakt die overeenkomen met bepaalde sagas.
Wij doen er ruim drie uur over om de hele tempel te bekijken. Het museum stelt niet veel voor. Wij zijn blij dat wij op de valreep de tentoonstelling in Nederland over het gevonden goud in Java
hebben bezocht. In het museum zijn niet eens foto's of replica's te zien.
Terug in het hotel gaan wij snel douchen en ontbijten. De nieuwe chauffeur heet Mr. Widon.
Hij rijdt in een wat smaller en korter busje. Het eerste model was een nieuw model en zeker 39 cm breder. Wij beginnen te begrijpen wat er gebeurd kan zijn. De wegen zijn al niet zo breed. Twee
wagens kunnen elkaar normaal passeren, maar tel daar ook alle brommertjs die kriskras doorheen scheuren bij op.
Even buiten de stad Borobudur ligt nog een boeddhistische tempel met drie boeddhabeelden. Mr. Widon wijst ons op het boeddhistische klooster dat er naast ligt. Hij zegt dat wij naar binnen mogen.
Dit zijn wij niet gewend en hadden het daarom ook overgeslagen. Het is een schitterende plek met enkele beelden gevonden bij de tempel Borobudur. Andere zijn geschenken uit onder andere Tibet. De
chauffeur was mij kwijt, maar Evert had mij achterin de tuin zien rondrennen achter een schitterende vlinder aan.
Onderweg naar het dorpje Turi maken wij een stop bij stalletje langs de weg. Mr. Widon legt uit dat ze salaa verkopen en laat ons een vrucht proeven. Als antwoord op de vraag of wij het lekker
vinden, koopt hij een tasje gevuld en geeft het ons cadeau. Het doet ons denken, gezien de schil, aan slangenfruit. De vruchten groeien onderaan de stam, bij de grond.
Na de incheck in het hotel, een rustige lodge met geen warung makan in de buurt, rijden wij naar de nog altijd actieve vulkaan Merapi. In 2010 is deze voor het laatst uitgebarsten. Tot vorig jaar
mocht er niemand meer in het gebied wonen. Nu is het een toeristische trekpleister geworden. Met jeeps wordt over het terrein gecrosst. Na een bezoek aan het kleine museum waar enkele voorwerpen
staan die zijn gevonden, maar niet helemaal zijn versmolten, rijden we naar de plek waar de magna zich een plek naar beneden richting de dorpen heeft gebaand. De chauffeur van de buggy wijst een
kale plek aan, inmiddels bedekt met gras en bamboe. Hier had ooit zijn huis gestaan.
Als bestemming bezoeken wij de hindoestische tempelcomplex Prambanan. Ooit bestond het complex uit 224 tempels (zowel klein als groot) Slechts zestien zijn er gereconstrueerd, waaronder het
hoofdgebouw. Dit was in de jaren vijftig. Van de kleine tempels missen teveel stenen. Ooit meegenomen om als fundering voor huizen in de omgeving te dienen. In 2006 werd de plek getroffen door een
aardbeving en kon de opbouw opnieuw plaatsvinden.
Dit keer hebben we wel een gids. Helaas vertelt hij zijn riedeltje en op vragen kan hij nauwelijks antwoord geven (Lastige toeristen ook). We pakken nog even de zonsondergang mee.
Eten doen we dit keer in bij het hotel. In de omtrek van 15 min rijden met de auto zien we niks liggen waar we kunnen eten. Het is erg donker en de weg is smal. Iets te link om daar te gaan lopen.
Na een goede nachtrust en uitslapen voor ons doen, gaan we rond 8 uur naar Yogjakarta om het paleis van de sultan te zien. Als gids krijgen we een grappige dame met gevoel voor humor toegewezen.
Het paleis waar inmiddels de tiende generatie woont, heeft bepaalde vertrekken opengesteld voor publiek met oude meuk (geschenken uit binnen- en buitenland, keukengerei, kleding, foto's van een
studerende sultan van de negende generatie in Nederland in de jaren dertig)
Op de binnenplaats is iedere zaterdagochtend een wajong-voorstelling voor het publiek. Wees geduldig en neem je tijd. De voorstelling duurt ruim twee uur. Die tien minuten die wij stil zitten,
bewegen de schaduwpoppen niet. De gids legt uit dat eerst het verhaal begeleidt door muziek wordt verteld, in het Javaans! Daarna gaat de poppenspeler pas aan de slag.
Wij houden het voorgezien en gaan shoppen bij de handvaardigheidswinkels. Dit viel niet mee. De eerst batik-shop verkocht alleen schilderijen. De tweede had ook niet veel naar onze smaak. Het enige
mooie stuk is een wikkelrok op een paspop. Zien hoe de hemden en rokken worden gemaakt is interessanter. Datzelfde geldt voor de wajongpoppen (de platte lederen) en de houtsnijwerkplaatsen. Mr.
Widon doet zijn best. Tegenover een filigrain silver winkel drinken we eindelijk kopi loewak. Sterk bakkie, maar daar waren wij wel aan toe.
Een andere filigrain silver winkel had wel een aantal aardige stukken in de vitrinekasten staan, inmiddels niet langer. Als laatste bezoeken wij een warenhuis. Bizar om op straat de warungs, de
stalletjes te zien naast een superluxe warenhuis. Wij hadden aan mr. Widon vertelt dat we longton willen eten. Hij neemt ons mee naar 1 vd stalletjes. De in bananenbladeren verpakte longton en een
flink aantal sate- stokjes worden in bord gemaakt een van krantenpapier en vetvrij papier gelegd. Wij trakteren mr. Widon. Mooie late-middagsnack.
Bij het hotel aangekomen, uurtje of zes horen wij dat een collega van hem met zijn busje en toeristen al sinds vanmiddag Yogjakarta uit probeert te komen. De sultan heeft vanaf 12 uur de
belangrijkste wegen rondom het paleis laten afsluiten voor het verkeer. Dit in verband met een processie. Al het verkeer moet via 1 of 2 wegen de stad verlaten. Dit duurt zeker tot een uur of 10
vanavond. We beseffen dat we geluk hebben gehad. Rustig bijkomen in de file staat niet op ons lijstje. Dat doen wij wel in bad ofzo. Morgen vertrekken wij verder richting Kediri.