wijzijnopreis.reismee.nl

Van Himeji kasteel naar okonomo-yaki

Vandaag een lange dag treinen, in totaal zo'n 5 uur, voor de boeg. Wij zitten in de trein op weg naar de monniken in Koya-san. De trein rijdt niet rechtsstreeks. We hebben met een paar overstappen te maken. Het advies is om niet te laat bij de monniken aan te komen. Wie te laat is, gaat zonder avondeten naar bed. En het eten wordtom 17:00 uurgeserveerd. We gaan hoe dan ook met een lege maag naar bed :-)

We hebben de koffers vanuit het hotel in Hiroshima vooruit laten sturen naar ons hotel in Osaka, waar wijmorgenavondverblijven. We hopen dat het goed komt. Bij de monnikken zijn grote koffers/tassen niet toegestaan.
Na het uitstekende ontbijt (zoals zeewier, rijst, noedels, pompoen en miso-soep) lopen we naar het monument ter nagedachtenis aan de atoombom. Een gebouw dat flink beschadigd is, is het enige dat de Japanners aan deze gebeurtenis intact hebben gelaten. In het park staat een monument bedacht door de klasgenoten van een meisje dat 10 jaar na het bombardement is overleden aan leukemie. (Oorzaak de nucleaire-straling) Zij was toen 12 jaar. Alle Japanse scholen hebben een donatie gedaan en zo is het monument voor alle omgekomen kinderen er gekomen. Verderop staat nog een monument met het eeuwigbrandende vrijheidsvuur.
Op het station is het - net als gisteravond, maar daar kom ik later in dit verslag op terug - druk met Hiroshima baseball-fans. Als we het station uitrijden, zien we hoe de fans het stadion instromen.
Een medewerker van het reisbureau gaf als tip om voordat we op de trein stappen een bento-box voor onderweg te kopen. Dit is een lunchpakket. Om half 11 zijn de interessante pakketten al weg. We weten er nog twee te bemachtigen. Een met vis en de andere een gemengd pakket van groente, vlees en rijstballetjes.
Jullie hebben nog het verhaal van gisteren tegoed. En aangezien we 5 uur treinen heb ik alle tijd om bij te schrijven.
Gisterochtend verlaten wij ons huisje in Kyoto. Uiteraard ligt het spoor waar wij vandaan vertrekken helemaal aan de andere kant. Eerst met lift omhoog, via de stationshal over alle sporen heen, met lift naar beneden, door kleine hal en weer met lift omhoog. Als je niet een plek hebt gereserveerd, kan je plaatsnemen - afhankelijk welke type trein - in de eerste drie coupes.
We zijn op weg naar Hiroshima. Onderweg stappen we uit bij Himeji voor Himeji castle. Bij het station aangekomen is het half 9. We zetten de koffers weg in een kluisje. De NS had dit vroeger ook. Erg handig. Een grote kluis huren kost 700 yen.
De poorten van Himeji zijn net open als we aanlopen. Het is een eeuwenoud kasteel. Nog helemaal antiek en niet zoals sommige andere gerestaureerde kastelen van beton. De binnenkant is leeg. Maar dit is met alle Japanse gebouwen. Ze laten het niet zoals in Europa aangekleed. Om de toeristenstroom in goede banen te leiden, staat er wel overal hekken en zijn de trappen voorzien van leuningen. We klimmen naar de vijfde verdieping. Hoe hoger je komt, hoe kleiner de ruimte is. Bovenin staat een altaar waarvoor de Japanners in de rij gaan staan. Ze gooien geld in een bak, schudden aan een touw en doen een gebed. Wij doen dit ook.
We lopen voor op schema als we het complex verlaten. De meeste toeristen komen nu het terrein op. Ook lopen weer veel schoolklassen rond. Het is 11 uur als wij weer op de trein (met een overstap) stappen naar Hiroshima. Dit keer kunnen we nog net mee. De coupe voor reizigers die niet hebben gereserveerd zit helemaal vol. Gelukkig is het deel tussen je knieen en de stoel voor je ruim. Ik kon daar mijn koffer kwijt. En als je wilt, kan de stoelleuning naar achteren zetten.
Op het station van Hiroshima gooien we opnieuw onze koffers in een kluis (erg druk. Veel kluizen waren bezet. We hadden mazzel dat er net een koppel Amerikanen wegging) dit scheelt tijd. We hadden anders eerst naar het hotel gemoeten om de koffers af te geven en weer terug naar het station.
We pakken bij het station een boemeltrein en rijden in 30 minuten naar de haven. Met de ferry varen wij naar het eiland Miyajima.
Het eiland staat bekend om de torii in het water. Jammer genoeg is het eb en kan je naar de torii wandelen. We maken een rondje over het eiland. Bezoeken een tempelcomplex waar de monnikken-beelden voor zien zijn van een gehaakt mutsje. Wat een werk moet dat zijn geweest.
Via het naturepad lopen we terug. We zien enorme spinnenwebben. Goed uitkijken om niet met je hoofd daarin te lopen. De spinnen zijn namelijk ook niet klein. Op het eiland lopen ook herten rond. We zien helaas voor ze geen koekjesverkopers. Wel worden toeristen gewaarschuwd dat ze papieren souveniers of toegangskaarten op peuzelen.
Als souvenier kopen we kokeshi met op het jurkje de afbeeldingen van een torii, pagoda en een tempel. Een kokeshi, een houten pop, werd vroeger (misschien nog steeds??) gegeven aan meisjes wiens ouders geen dure poppen konden betalen. Ik vind ze leuk. En deze helemaal met de Japanse gebouwen op haar jurk.
Hetgeen waar ik op had gebeurd ook. Het is vloed aan het worden. De torii staat nog niet diep in het water, maar wel al dat je er niet meer naar toe kan wandelen. Het is bijna 5 uur als we besluiten om de ferry terug te nemen. Kunnen we hopelijk nog de torii fotograferen als we langs varen voordat de zon onder is.
Aan boord van de ferry zie ik opeens een interessant foto onderwerp. Mijn eerste cosplay-hond! De eigenaar was compleet in het roze gehuld (broek, colbert, schoenen en cowboy-hoed) maar zijn hondje droeg een roze Captain Dog-outfit; jasje, helm en bril. Ben benieuwd wat ik in Tokyo zal zien.
We halen onze koffers op. Rondom het station is het heel druk met base-ball fans van Hiroshima. Het blijkt dat het stadion om de hoek van het station zit.
Deze vakantie hebben wij zo ongeveer alle vervoersmiddelen gebruikt. Om bij het hotel te komen, moeten we met de tram. Ook hier betalen, met gepast geld, bij het uitstappen. Netjes geregeld. In de tram zit een wisselautomaat.
Het hotel zit midden in de uitgangswijk op 10 minuten lopen van de halte. We hebben een van de luxure kamers. Als je wilt, kan je in het bubbelbad tv kijken. Helaas hebben wij in tegenstelling tot het goedkope huisje in Kyoto hier geen wifi. Ja, beneden in de lobby waar je telkens na 10 minuten opnieuw moet inloggen. De kamer is klein. De schaarse ruimte en prijs speelt hier zeker een rol. Wij zijn benieuwd hoe groot onze andere kamers zullen zijn. Vooral in de grote steden is er gebrek aan ruimte.
Hiroshima heeft een traditioneel gerecht die je als toerist moet hebben geprobeerd; okonomo-yaki.
Volgens de papieren van het reisbureau moeten we zijn op de vierde (en tevens bovenste verdieping) van een gebouw. Iedere afdeling bestaat uit meerdere kookplaten. De platen die ook worden gebruikt voor teppanyaki. Iedere plaat behoort tot een andere eigenaar. Eigenlijk dus kleine restaurants in hetzelfde gebouw. Omdat het vol loopt met toeristen en wij niet op de lift willen wachten, gaan we met de trap. We komen langs de 2de verdieping en maken een rondje langs de verschillende tafels met als overeenkomst de pannenkoeken die ze aan het bakken zijn de op plaat. Zowel koks als gasten kijken raar op als we langs lopen. We zien hier dan ook geen enkele westerse toerist. Die meeste daarvan zitten inderdaad op de vierde verdieping. Daar ziet het er wat netter uit. Degene die ons goed kennen, weten dat wij gezellig op de tweede verdieping bij een plaat, gerund door een oudere dame, aanschuiven en niet bij de andere Gaijins. De menukaart is in het Engels. De basis is een pannenkoek met noedels. Je kan verder kiezen voor bosui met bacon en dit aanvullen met bijvoorbeeld garnalen of inktvis of coquilles. De liefhebber kan er nog een ei door heen laten mengen. Het vult goed. De tv staat aan met daarop de belangrijke honkbal-wedstrijd.
Terug naar vandaag, zaterdag 15 oktober. We lopen ook vandaag weer voor op het reisschema. Als je eenmaal door hebt hoe het treinsysteem werkt, gaat het heel goed. Het wordt op de stations en in de trein netjes omgeroepen in het Engels. Ook de displays staat het in het Engels vermeld. Om wij een Japan Rail waypass hebben mogen wij in de meeste treinen; de Shinkansen en lokale treinen plaatsnemen. Ook de ferry zit in de pas. We moeten alleen opletten dat we niet in een Nozomi trein zitten. Je merkt nauwelijks dat je in de trein zit. Geen kededeng kededeng. Zelfs de stoptrein zet de vaart erin.
Engels spreken ze hier in Japan niet tot nauwelijks. Hooguit een paar woorden, maar iedereen doet zij/haar best om je te helpen. Met gebaren kom je een flink eind. Het iconenboekje hebben we nog niet hoeven te gebruiken.
Wij verlaten de shinkansen in de stad Sin-Osaka. Dit is een voorstad van Osaka. Het station is net zo groot als een gemiddeld Europees vliegveld. Met een stoptrein reizen wij naar Osaka. Vanaf hier met een andere lokale trein 30 minuten reizen naar de volgende stop. Hier stappen wij vervolgens nogmaals over op een lokale trein (weer 30 minuten) en de nog een keer met een lokale trein (1 uur) steeds verder omhoog de bergen in. Jullie denken nu: zo, die zijn eindelijk op plaats van bestemming. Nope. Het laatste stuk van de berg moeten we met een kabeltrein omhoog. Hier pakken we de bus naar ons tempelcomplex.
In dit deel van Japan staan verschillende tempelcomplexen voor rust en meditatie. We slapen in een van de tempels in een kamer met tussenschotten en schuifdeuren van rijstpapier. Uiteraard op een matras dat ligt op een met tatami-matten bedekte vloer. We hebben ons voor niks gehaast. De receptioniste vertelt dat het diner in de grote zaal pas om 6.30 uur is. Daarvoor vindt nog een ceremonie plaats. Ze hebben in de tv-kamer wifi. :-) kan ik mooi zo meteen na het eten dit verhaal online zetten.
Ik hoop dat we kunnen slapen. Voor een meditatiecomplex is vrij onrustig met drukke personen.

Koekjes voor de herten

In het ochtendschemer lopen wij naar het treinstation (niet Kyoto station) om de stoptrein naar Nara te nemen. Volgens het reisbureau moeten wij de trein nemen van9:36 uur. Wij staptenom 6:12in. Maar goed ook. Van het treinstation in Nara is het nog ruim 30 minuten lopen naar het boeddistische tempelcoplex Toda-ji. We zien de Japanse tegenhanger van Starbucks en nemen een espresso en cake to go mee.

De tempel is het grootste houten gebouw in de wereld. In het gebouw bevindt zich een grote boeddha-beeld van brons. We zijn de eerste Gaijin (niet-Japanners) op het terrein. Verder lopen er veel schoolklassen rond. De kinderen vinden het maar reuze interssant en roepen massaal 'hello'.Locals op de foto kunnen we altijd beter handlen dan Gaijin.
Binnen in de Toda-ji, even voor het einde, staan de kinderen in de rij. Na goed kijken zien we waarom. Ze wurmen zich een voor een door een gat in een pilaar. Leraren trekken de kinderen aan de andere kant er door heen. Het verhaal is dat wanneer je je door het gat heen weet je wurmen je verlicht wordt. Aangezien wij niet in Japan Daily willen eindigen als de touristen voor wie ze een pilaar in stukken hebben moeten zagen, hebben wij geen poging gewaagd :-)
Rondom de tempels is een gigantisch park aangelegd waarin herten vrij rond lopen. Naast het gras en het mos, eten de herten koekjes. Speciale hertenkoekjes die je bij verschillende stalletjes kan kopen. Terwijl wij de herten voeren, waarvan sommigen geleerd hebben om een buiging te maken als dank, volgen wij onze weg naar de Kasuga-tashia. Het wandelen in dit parkom 9 uuris heerlijk rustig. Op locals en heel veel herten na niemand te bekennen.
Op de terug weg lopen we langs 5 verdiepingen tellende pagoda en hoe kan het anders een tempel.
In de buurt van het station lopen de eerste Gaijins ons tegemoet. Even over de tienen zitten wij in de sneltrein op weg naar Fushimi Inari Taisha. Volgens de bezoekers van de website tripadvisor voor de derde keer op rij de beste plek van Kyoto. Serieus mensen? Die hebben zeker voor de rest niks bezocht. De hoofd torii met daar achter een tempel is wel aardig. De 1000 achter elkaar geplaatste en gedoneerde torii die samen een tunnel vormen, is het voor ons niet. Geef ons maar oude gebouwen zoals Toda-ji.
Wij stappen op de metro naar een andere wijk in Kyoto. Kennelijk hebben we een verkeerd kaartje gekocht biji de automaat. Bij het uitstappen, gaat ons poortje niet open. Een meneer wijst ons op de machine achter ons. We kunnen ons kaartje hierin stoppen. De automaat geeft aan hoeveel we moeten bijbetalen.
De reden dat wij naar deze hoek afreizen is een aanbevolen yakatori restaurant. Het gebouw waarvan wij vermoeden dat het restaurant is, ziet er dicht uit. Toch probeert Evert of hij de deur kan open schuiven. Dit lukt tot onze verbazing! Maar het is niet het yakatori restaurant. Een oudere dame laat ons een kaart zien met twee keuzes. We wijzen er een aan. Wij mogen doorlopen en nemen plaats aan de bar. Een oudere man runt de keuken. Het restaurant is niet groot. Aan de bar is er plek voor 12 personen. En er is een kleine kamer voor een gezelschap. De eerste gang is een kippenbouillon. Daarna volgt een kom rijst met plakjes kipfile overgegoten met een scrabble egg. Euh, oeps. Gelukkig voldoende kruiden erop om de smaak van de kleine stukjes te verdoezelen. Om de grote flarden heen gegeten. Ook werd er een kom miso-soup met kleine papddestoelen geserveerd. Wij krijgen er Japanse thee bij. De thee wordt tot nu toe overal gratis op tafel gezet. Als toetje krijgen wij gezoete soyabonen en plakjes jelly.
Bij het afrekenen laat de oudere dame ons haar telefoon zien met daarop vraag of wij 'happy costumers' zijn. Jazeker! We krijgen ieder pakje met daarin twee koekjes. Op de koekjes staat de afbeelding van het logo van het restaurant en een kip. Kennelijk staat dit restaurant bekend op zijn gerechten met kip. Er lag een folder bij welke boederij zij hun kippen vandaan halen.
Op de een of andere manier verliezen we tijd. Wij gooien ons reisplan om. De laatste bezienwaardigheid die wij in Kyoto willen zien, gaan we maar eerst bezoeken. Dit is de Gion-tempel. Een klein half uur lopen. Behalve dat je op iedere hoek van de straat - zoals eerder vermeld - wortel staat te schieten, vermoeden wij dat de afstanden op de kaarten miet kloppen.
Na het bezoek aan de tempel, lopen wij richting het gebouw waar ze thee-ceremonies houden. Op het bord staat buiten te lezen dat de volgende ceremonie over een uur weer plaatsvindt en dat het in groepen gaat. Daar gaan we niet opwachten.
Als we langs het park lopen, zie ik een surimi-sticky-verkoper. Daar heb ik wel zin in gezien mijn kom rijst met ei. Het is een mega-sticky van zeker 30 cm. :-)
We lopen naar de theewinkel waar we gisteren thee hebben gekocht. We nemen toch maar een blikje matcha (groene poeder) mee ook al hebben we thuis nog. Nog steeds prijzige thee, maar in verhouding stukken goedkooer dan in Europa. In de winkel zit ook een ruimte waar je de thee kan proeven. Evert neemt de sencha en ik een matcha-soort die alleen in Kyoto te verkrijgen is.
Het meisje probeert in het Engels duidelijk te maken hoe wij onze thee dienen te drinken.
Uit de thermofles water moet Evert in een kommetje zijjn water gieten. Het water is te heet en daarom moet hij het water in een ander kommetje overgieten. Hierdoor koelt het water met 10 graden. Daarna de theeblaadjes in een het theekannetje, het water erbij en dan nu de thee in een van de twee kommetjes gieten.
De matcha is andere koek. In een grote kom ligt een groene modder-achtige substantie. Haast te modderig om te drinken. De bedoeling is om drie slokken te nemen, dan de kom aan de serveester te overhandigen. Zij schenkt er weer water bij en mengt met kwast de poeder in het water op. Nu is het beter drinkbaar. Kennelijk doen we het al jaren verkeerd of dit is Kyoto only. Dat moeten we nog uitzoeken. Thuis doen we lang niet zoveel poeder in het water. We zullen wel knieperds zijn. Blij zijn wij zeker met de theekwast.
We beginnen onze benen te voelen en springen op een bus richting Kyoto-station. Hier bevestigen wij de overige treinreizen. En inderdaad telkens twee per keer. Dit houdt in dat we in totaal 3 x in de rij staan. (30 minuten totaal vandaag. Gisteren niet meegeteld) sommige treinen hebben geen plek meer die we kunnen reserveren. Per trein - afhankelijk van de lengte - coupes waar je zonder reservering in kan stappen.
Onder het station bevindt zich nog twee lagen met winkels. Een daarvan is een afdeling vol met klein stalletjes met hapjes. Bij verschillende kraampjes kopen wij sushi in. Bij de supermarkt een flesje sake. Als we weer in ons huisje zijn, is het half 8. Eten, de reis voor morgen bestuderen en koffers inpakken.
De toilet in het huis geeft, wanneer je doortrekt, automatisch water uit een kraan om je handen te wassen. Deze bevindt zich aan de bovenkant van de spoelbak. In het huisje mag je niet met je schoenen lopen. Bij de voordeur staan sloffen. Wanneer je naar de wc gaat, moet je andere sloffen aantrekken. Deze staan bij de toilet.
De douche kan je intoetsen hoe warm het water mag zijn. Wanneer je 60 graden indrukt, begint er een vrouwenstem in het Japans hysterisch te schreeuwen. :-) kennelijk mag dit niet.
Losse weetjes:
In het park bij de herten nog een voor mij nieuw vogeltje gezien, in het Engels heet die the varied tit. Een mezensoort met rood, wit en zwart.
In Nara zien wij een uilencafe (gaat pasom 11 uuropen. Dus nog dicht toen wij langs liepen.
In Kyoto zien we reclame voor kattencafe met alleen maar Bengalen (raskatten) en opnieuw een uilencafe.
In Kyoto er veel wordt gefietst.

Tip van oma: neem een dagpas

De wekker gaat vroeg. Met de bus vanaf Kyoto station rijden wij naar Kinkakuji, het Gouden Paviljoen. Het ligt in het noordoosten van Kyoto. De tocht duurt zo'n 3 kwartier. We maken contact met de bevolking. Evert hielp een wat oudere blinde man om te zitten. Een oudere Japanse dame begon - wij waren het moment van helpen geld aan het tellen om een kaartje te kopen - in het Japans te kletsen dat wij geen los kaartje moet kopen van 230 yen (2 euro) maar een dagpas van 500 yen (4,30 euro) Ze laat ons haar kaartje zien.

In de bussen van Kyoto stap je achterin in en betaalt voorin als je de bus weer verlaat. Het is 1 prijs ongeacht de afstand je aflegt. Je moet gepast betalen door je geld in een automat te gooien. Voorin staat tevens een geldwissel automaat.

Kwart over 9 komen we bij de tempel aan. Het begint al druk te worden. Opnieuw met veel lokalen toeristen en schoolklassen. De tempel spiegelt mooi in het water. We lopen verder naar Ryoan-ji. Deze tempel is bekend van de beroemde rotstuin. Er staan in de geharkte witte kiezelzand 15 stenen. Maar je ziet - hoe je ook staat - er nooit meer dan 14 tegelijk.

We stappen weer op de bus en rijden via een overstap naar het westelijke deel van Kyoto, naar de buurt Arashiyama.Hier staan verschillende tempels waaronder Adashino Nenbutsuji, een tempel met 8000 boeddha's. Meerdendeel versleten door de regen en wind. Er bevindt zich een klein bamboebossage. Heerlijk rustig met een handjevol toeristen.

Op de weg naar beneden, lopen we langs een drankjesautomaat. In Kyoto staat op bijna iedere hoek wel een serie van die automaten op een rij. Varierend van water tot soda, ijskoffie, ijsjes en bakken met noedels. Erg praktisch. We hebben nog niet ontbeten ook al is het inmddiels13:00 uur. Rondom tempels kan je zoete deeghapjes kopen. We kopen een doosje met verschillende smaken die we al lopend naar het park van Arashiyama lopen. Japanners zal je niet snel lopend zien eten of drinken. Dit doen zij op de plek waar zij iets hebben gekocht. Het scheelt ons tijd, dus we lopen gaan terwijl we snacken.
Ook de pompelmoes met grappig gezichtje erop getekend drinken wij al lopend op.
Het park staat bekend om een bamboebos. Het is hier een stuk drukker. Gelukkig hebben ij het andere, rustiger bos gezien. Het had wel wat om met zijn 2en daar te lopen.
We nemen opnieuw de bus. Dit keer terug naar het centrum. Waar we luchen met sushi. We bezoeken een lakwinkel en theewinkel en zien tot onze grote schrik dat het al richting half 4 loopt. In een snelle pas lopen we naar Nijo-kasteel. Het is de verblijfplaats geweest van een shogun. Het gebouw is voorzien van schilderingen en houtsnijwerk. Het is onze laatste toeristische stop voor vandaag.
Onderweg raken we teveel tijd kwijt. Om de paar meter is er een zebrapad met stoplicht. Deze staat natuurlijk als wij aankomen lopen altijd op rood. De wachttijden duren enkele minuten. Voor je het weet ben je met al die stoplichten achter elkaar 15 minuten tijd aan wachten kwijt. We recalcitrant. Iedereen staat keurig te wachten op het groene licht. Ook al er geen ander verkeer rijdt. We wachten niet op niks en lopen gewoon de rood. Hupakee, de vaart erin. Alleen bij de kruisingen van hoofdwegen (8 baans!) houden we halt. We hebben uiteindelijk geen stoplicht teveel genegeerd. Om 4 voor 4 staan we met een kaartje in onze handen op het terrein en worden wij de medewerkers snel naar de tempel gedirigeerd. (Voor wie denkt: maar die buspas dan? Tijd om op de bus te wachten, hadden we niet)
Via een opnieuw mooie tuin lopen we terug naar de uitgang terwijl er door het park via luidspeakers wordt gesommeerd om vooral door te lopen.
We gaan richting de market; een overdekte markthal met naast tal van soevenierswinkel ook stalletjes met etenswaar en snacks. Daar maakt je ons blij mee. Ik zie iemand lopen te smikkelen van een kleine inktvis aan een stokje. Goed om eens kijken zien we het verkoopstalletje. Nog geen paar meter verderop kopen we een octopus viskoekje en een gemberviskoekje. We sluiten af met een bakje sake (zalm sashimi) Helaas gaan veel winkels zo leren wij om half 6 dicht. Zo ook de messenzaak waar Evert graag had willen kijken. De markt gaat over in de wat grote winkelstraat met het duurdere segment en grote hotels.
We gaan opzoek naar een plek voor het avondeten. We hadden over een restaurant gelezen op internet dat bekend staat om zijn wagyu-beef gerechten. Na het zien van de menukaart, slaan we het over. Niet omdat het ons niet aan sprak, maar omdat we geen zin hadden in opnieuw een zoveel gangen maaltijd voor een behoorlijk bedrag. Na wat rond gelopen te hebben stappen we een gezellig uitziend restaurant binnen. We kunnen plaatsnemen aan de bar. Thuis is dat niet leuk, maar hier in Kyoto zien we telkens de keuken in actie. We bestellen diverse bordjes met kobe-beef. Je kan kiezen uit verschillende delen vlees van de wagyu rund. Ha, hebben we toch onze wagyu! En wat het wel gezellig maakt is dat je het zelf mag grillen om je eigen barbeque voor je neus. Naast vlees staan er ook salades en stokbrood op de kaart. Van het laatste hebben we een mandje besteld.
Via het Gion district lopen wij enigszins vermoeid en stijf terug naar ons huisje. We zien voor het eerst een geisha. Geen foto gemaakt omdat wij dat niet zo netjes vinden. Ik had het ook niet stiekem kunnen doen, want er was verder niemand op straat. Daarbij het was al donker en de camera had ik al opgeruimd.
Vanavond een korte nacht.Morgen om 5:30 uurop. Dan staat Nara op de planning. Zo'n 5 kwartier met de trein.

Wie weet de code?

Maandagmiddaghet vliegtuig ingestapt omop dinsdagochtendom 9 uurlangs de douane te stappen. Wel na 2x de vingerafdrukken te hebben afgegeven en ook 2x op de foto zijn gezet. De eerste keer bij een assistent (zo'n 20 stuks. Dat ging vrij vlot. Bij de daadwerkelijke duane beambte moest alles nog een keer over. En vul niet in als ze om je hotel gegevens vragen je huisje in Kyoto in. Nee, dat willen ze niet weten. Je hotel moet je opschrijven. Dat wij pas over een week in een hotel in Osaka zitten maakt niet uit.

Wij reizen via een shuttle service met drie oudere Japanners van Osaka (hier is het vliegveld) naar Koyoto. De rit neemt zo'n 45 minuten in beslag. Wij worden in een woonwijk net buiten het centrum (Gion district) gedropt. In een smal steegje staat ons huisje. Deze hadden we nog snel gevonden ondanks de wirwar aan smalle straatjes. Ze kennen hier geen mooi stratensysteem en duidelijke nummering. Je moet het maar weten. Bij de deur zit geen bel of een briefje waar je je melden moet. Wij bellen aan bij de buurvrouw. Die weet van niks. Dit is niet zo fijn na praktisch niet geslapen te hebben en aardig moe te zijn.
Na telefonisch contact te hebben gehad met het reisbureau afdeling Kyoto horen wij dat wij bij de balie van de shuttle service een enveloppe met papierwerk hadden moeten krijgen. Maar misschien ligt die wel in het huisje... Wij krijgen een code om bij de voordeur in te toetsen. En ja, op de tafel ligt inderdaad een enveloppe met daarop geschreven de code voor de deur!
Onze verblijfplaats voor de komende dagen is oud Japans huisje. Met tatami matten en Japanse deuren van rijstpapier. Beneden een klein keukentje, toilet en douche en de eetkamer. Boven bevindt zich de slaapkamer. Helemaal prima. Na snel opgefrist te hebben, lopen we eerst naar het trein station om de Japan Railpass te activeren en om de eerste 2 treinritten te bevestigen. Vreemd genoeg mogen ze niet meer dagen vooruit werken. Dit houdt in dat we gedurende de vakantie meerdere keren in de rij moeten staan. Na een snelle ronde door de supermarkt voor water, nootjes en een mega-bak instand-ramen gaan we lunchen bij een klein restaurantje om de hoek van ons huisje. De wat oudere vrouw wijst ons op de muur voor wat zij aan lunch te bieden heeft. Het papierwerk met de gerechten in karakters geschreven ziet er schitterend, maar helaas wij kunnen dat niet lezen. Als wij ramen noemen, gaat de duim hoog gevolgd 'hai'. Ze duikt de koelkast in en loopt naar de keuken. Binnen 10 minuten staat er een kom met noedel-soep voor onze neus met als topping bosui, plakjes gesneden varkensvlees en plakje surimi. Dat was heerlijk. Aangezien wij ook niet hebben ontbeten in het vliegtuig.
Onze eerste toeristische stop wordt Kiyomizu-dera. Het is een druk bezochte tempel, vooral door schoolklassen. Het is inmiddels al14:00als we het terrein oplopen. Onderweg passeer je een lange weg meer aan het weerskanten tal van souvenierswinkels en winkels met zoetwaar. Ook kan je als dit wilt je kleden in echte Kimono met bijpassende houten slippers en de tocht omhoog lopen. (Een kimono huren kan bij meerdere tempels trouwens)
We worden oud en hebben teveel tempels gezien. We vinden er niks aan en na een kleine ronde lopen we weer naar beneden. De meeste bezienswaardigheden gaanom 16:00 uurdicht. De tijd begint te tikken. Om nog even snel de Ginkaku-ji (het Zilveren Paviljoen) te kunnen zien, nemen we een taxi. Deze rijdt ons in 20 minuten naar de weg onder aan de tempel. (Die we dus weer omhoog moeten lopen) De taxi-rit is omgerekend 20 euro. Lopend hadden we het nooit gered en nu heb ik even kunnen slapen. Het is15:45 uurals we het terrein op lopen. Schuin voor de tempel bevindt zich een zentuin met een uit wit kiezelzand gevormd uitgestrekt landschap dat de berg Fuij en het daarvoor gelegen strand moeten voorstellen.
We sjokken terug via het filosofenpad, een weg onder de bomen die evenwijdig loopt aan een beekje, naar het centrum. Onderweg lopen we langs een park waar we heel veel katten zien. Ze hebben het prima voor elkaar. Op diverse plekken worden ze de lokale bevolking gevoerd. En sommige katten zitten zelfs in de rij te wachten totdat ze worden gekamd.
We hebben verder een handycraft centrum bezocht, maar vooralsnog niks gekocht. Het is half 7 als we besluiten om ergens kaiseki te eten. Dit zijn 9 gangen met verschillende soorten vis en groenten zowel rauw, gebakken, gestoomd en gegrild. Het is een klein restaurant. Denk aan een soort van pijpenla met plek voor 14 personen aan de bar met daar achter de keuken. Je kan precies zien wat er gebeurd zoals het vangen van de vissen uit het aquarium. De vissen gaven zich niet zomaar over. Het keukenhulpje kreeg een paar flinke golven water over zich heen. Een van de bediendes sprak een paar woorden engels. Net als een van de koks. Net goed genoeg om uit te leggen wat de gang inhield en hoe we het moeten eten. Het was heerlijk eten!
Om half 9 komen we afgepeigerd in ons huisje aan en vallen als een blok in slaap.

Nog eventjes geduld

Konnichiwa,

Sake, maguro, ika, tako en kani al dat niet in combinatie met sushi, maki, temaki, nigiri-sushi. Verder gebruiken wij af en toe yakitori en ramen.
Met deze woorden kunnen wij ons wel verstaanbaar maken tijdens ons nieuw vakantie-avontuur. Over een paar nachten stappen wij in het vliegtuig op weg naar het Land van de Rijzende Zon. Naast het dompelen in onsen, duiken wij het Japanse leven in van de geisha, samurai en de cosplay-fan. Bezoeken wij mysterieuze kastelen, slapen wij bij de monniken en onderzoeken wij hoe echte wasabi wordt geproduceerd.
Kortom, wij zijn op reis. Reis mee!

Bye bye Bali

Het laatste verhaal alweer. Eergisteren uit Lovina vertrokken met een verse chauffeur. We maakten verschillende stops waaronder de waterval gitgit. Degene die wij op Java hebben gezien was hoger. Drinken nog een kopje loewak koffie op een farm. Dit was helaas poeder en dus een redelijk slap bakkie. De kopi loewak op Java was echt gezet. Nog wat craftshops bezocht in de dorpen Mas en Celuk, maar handwerk sterft ook hier uit. Heel blij dat wij alweer onderweg zijn begonnen met verzamelen. Oa een gouden hanger. Er was maar 1 zilver/goud werkplaats die er iets van zei. Bij het hotel in Denpasar sprak een serveerster mij er al op aan. Geen idee waar ze nog sieraden maken.

Het hotel ligt even buiten het plaatsje Ubud. Erg toeristisch! We nemen een taxi vanuit het hotel naar het centrum. De shuttle service rijdt op rare tijden.
Zover wij zien is er in heel Ubud maar 1 aardig handwerkzaakje. Na het eten, rijden wij met de gewone shuttle service terug.
De kamer bestaat alleen uit een bed. De rest is buiten op een verhoging te vinden in een afgeschermde tuin met een overkapping. Erg apart om zo naar het toilet te gaan of te douchen. Over het muurtje kijken lukt Evert niet, dat zit gelukkig goed. Naast toilet, bad, doche, wasbak, staan hier ook de (koel)kasten, waterkoker etc.
Donderdag worden wijom 9:00 uuropgehaald. We zien verspreid in de omgeving van Ubud een viertal tempels waaronder de holy spring temple. Zolang je maar betaalt mag je als toerist je ook in het water onderdompelen. (Jaja, sommige toeristen gebruiken het fonteintje waar ook de lichamen van overledenen worden gewassen) Het onderdompelen in het heilige water schijnt goed te zijn om negatieve energie van je af te spoelen. Wij doen dit maar niet. Wij zijn bang dat het water dan al teveel wordt verontreinigd. Kunnen ze meteen de rest van de dag dicht.
De laatste tempel die wij bezoeken is het mooist qua beeldhouwwerk. (En ook niet zo toeristisch)
Wij nemen nog een keer bakso bij een warung. In de middag worden wij teruggereden naar Ubud waar wij een kookles hebben. Wij zijn heel blij met onze eigen geregelde kookles in Lovina. Daar kregen wij les van een kok. En hij legde dingen uit waarom hij bepaalde recepten zo had bedacht. De kookles van gisteren ging nog al traag. Er deden nog 19 andere toeristen (waaronder blanda's) mee. En zij hadden van heel veel ingredienten nog nooit gehoord. Zucht! Verder werd alles tig keer herhaald. This is the base of the yellow sauce! Base of the yellow sauce. Take picture. This ingredients are the base of the yellow sauce! Wij moesten Nederlanders wijzen op bestaan van toko's in Nederland. Seriously!
Verder werd alle smaak verpest door de yellow sauce aangezien dit de basis was van alle gerechten. Op vragen waarom je iets doet of juist niet werd niet een duidelijk antwoord gegeven.
Vandaag rustig aangedaan. Momenteel zitten wij op het voor ons vertrouwde vliegveld van Denpasar. Wij vliegen met Garuda naar Jakarta waar wij een overstap hebben en dan uiteindelijk 14 uur in het volgende vliegtuig stappen op weg naar huis. In een resto op het vliegveld zien we voor het eerst lemper. Wij zijn heel blij met de toko om de hoek bij ons thuis.
Kleine weetjes:
- een prive crematie kost hier 100.000.000 roepies. (7000 euro) Dit is voor heel veel mensen niet te betalen. Zij kiezen voor een massacrematie. Het lichaam wordt zes jaar begraven. Als het lichaam voldoende is vergaan, dan wordt het lichaam opgegraven, schoongewassen en gecremeerd. Dit is kost dan 2.500.000 roepies (175 euro)
- veel families en hotels hun eigen tempel hebben binnen hun ommuurde tuin.
- ze naast een tempel ook een binnenplaats hebben voor feesten en partijen.
- Doctor Gigi is een tandarts.

Helpende hand voor bange toerist

Met een proppellervliegtuig vliegen wij opnieuw richting Denpasar - Bali. Heel vreemd dat de koffers even veel wegen als op de heenvlucht. Wij hebben het laatste kaasje aan Iwan cadeau gedaan en de stroopwafels aan de bemanning gegeven. Het zware reisboek zit in de handbagage. Nog vreemder is dat wij ondanks hetzelfde gewicht minder te hoeven betalen. Je zou hetzelfde verwachten.

Het nationale vliegveld van Denpasar is inmiddels vertrouwd. De koffers komen zelfs op dezelfde band aan. Het was mij bijna gelukt om opnieuw langs de koffercontrole te komen zonder check. Evert zei ze gedag en overhandigde de tickets.
Op iedere binnenlandse vlucht wordt als je de bagageophaalruimte verlaat gecontroleerd of de bagage die je meeneemt ook van jouw is. Dit gebeurt in wel meer landen. Vorige keer bij binnenkomst op Denpasar ben ik ze voorbijgewandeld. Ik had ze niet gezien. Ze hebben mij ook niet staande gehouden. Evert liep langs ze en keek ze aan, maar toen kwamen ze ook niet in actie. Mooie boel....
In drie uur tijd worden wij door een chauffeur naar Lovina gereden. Deze plaats ligt aan de andere kant van Bali. Onderweg stoppen wij nog bij een tempel. Tjsa, ik zeg maar niks. Ik ben inmiddels superverkouden en niet al te scherp (en dat is maar goed ook. Ben ik nog een beetje aardig) Wij hebben ruines gezien die mooier en interessanter zijn. Er staan ontzettend veel bussen en kleinere auto's vol met toeristen. Kennenlijk doet de tempeldienst als koffie/lunch stop. Binnen 10 minuten staan wij weer buiten en hebben ondanks de drukte de auto weer snel teruggevonden. Alleen mist onze chauffeur. De andere chauffeurs zitten in de buurt van hun auto. Het wachten op de chauffeur duurt langer dan het hele bezoek aan de tempel.
In Lovina aangekomen boeken wij de dolfijnenexcursie. Die hebben wij inmiddels vanochtend gedaan. De bootjes zijn in het model van de houten boot met bamboelatten aan weerszijkanten. Met nog twee andere toeristen nemen wij plaats. Bij ons hotel vertrekken er zo'n tien bootjes. En dan heb je nog de andere hotels. Echt, met meer dan zestig bootjes varen wij richting de plek. Onze bootman had haast (zijn motor wilde niet starten) en scheurt over het water vol tegen de golven in! De gek. Het water komt aan alle kanten de boot in. Gelukkig had ik mijn rugzak van een regenjas voorzien. Na drie kwartier komen wij aan de plek. Wij zien inderdaad dolfijnen. Een groep van ongeveer tien. Ze zwemmen tussen de boten door. Soms springt er eentje uit het water. Zodra ze zich ook maar laten zien, varen er ogenblikkelijk bootjes naar ze toe. Waardoor ze - duh - weer onderwater gaan. Het zal mij niets verbazen als de dolfijnen nog getraind zijn ook en niet beter weten dan even tussen de boten zwemmen in de ochtend.
Rond half 8 uur vertrekken wij inderdaad weer richting hotel (om 6 uurverzamelen op het strand) en tegen 8en staan wij onder een warme douche. Ik vond het al knap dat ze bij de receptie het exactie tijdstip konden doorgeven over het ontbijt. 'You can have breakfast after dolfinetour. Around 8' Okay......
Wat een desillussie. Ik ben godsdank blij met de tour bij Bunaken. Dat was pas echt een dolfijnentour. Eerst ze zoeken, en dan een grote groep zien. Wow.
Zoals jullie van ons gewend zijn, zijn wij nogal ondernemend. Gisteren zagen wij deze dag van niets doen al aankomen. Hadden makkelijkom 9 uurkunnen vertrekken naar het volgende plaatsje. maar kennelijk is ons tempo ongewoon. Nog steeds na al die jaren voor heel veel mensen en reisbureaus. Op internet (dat het hier in dit 4 sterrenhotel waardeloos is. We zitten op de openstaande verbinding van iemand anders) zien wij een kookschool. Even buiten de poorten van het complex. Mooi. Als wij op weg zijn naar het dorp, lopen wij er langs en bekijken de opties. Klinkt goed en wij schrijven ons in.
's Avonds gaan wij bij hetzelfde restaurant eten. In het dorp zien wij een ander interessant restaurantje, maar die bewaren wij tot morgen (vandaag dus) We bestellen als voorafje tonijncarpaccio en ravaoli met lobster in pompoensaus. Als hoofdgerecht nemen wij beide lobster. De schaar ontbreekt....! Alle twee de scharen om precies te zien. Bij navraag (en veel handgebaren want ze begrepen de vraag niet) waar de schaar gebleven is, was het antwoord dat deze nooit worden geleverd door de visverkoper. De eigenaresse liet een nog ingepakte bevroren kreeft zien.... zonder schaar inderdaad. Slimme visverkoper.
Voor de kookles die begonom 10:00 uurwerden wij netjes opgehaald (ook al is het maar 10 minuten lopen) de kok heeft een tijd in Amerika gewoond en is in 2008 teruggekeerd naar Bali en heeft zijn eigen restaurant. Daarnaast geeft hij behalve workshops ook les aan kinderen zodat zij later zelf een restaurant kunnen runnen.
Bij binnenkomst worden wij vriendelijk begroet door een labrador. Een van de katten ligt op wacht in de keuken. Wij vinden alles best, maar onze regel is: geen katten op het aanrecht. Deze probeert het toch. Wij tillen hem er af (en hij wordt volgens ons ergens opgesloten want wij zien hem niet meer. Gisteravond hoorden wij duidelijk gemiauw uit de keuken) de hond blijft keurig onder het tafeltje in de keuken liggen.
Op het menu staan zwarte sticky rijst met palmsuiker, lamsate in pindasaus, schelpen met pompoensaus, tonijnsteak in kruidenjasje en kruidige vissoep.
Het spelen in de keuken en het opeten houdt ons zo'n 3 uur zoet. Volgens de kok zijn wij aardig bedreven in het snijden van de groentes en hij vraagt of wij vaker koken. Wij antwoorden dat wij wel moeten omdat wij anders omkomen van de honger aangezien er niemand anders is die het doet. Daar kon hij om lachen. Veel mensen koken steeds meer met kant en klaar producten. Als wij tijd hebben, proberen wij juist dat te vermijden.
De recepten worden naar ons gemaild, zo is beloofd.
Terug in de kamer, storten wij neer op bed en gaan een paar uur slapen. Beiden slecht geslapen de laatste drie dagen vanwege mijn gehoest, gerochel en sinds gisteravond een loopneus.
Verder valt hier niet zo heel veel te doen. Bij het zwembad luieren in een van de stoelen. Het hotel grenst aan het strand, maar gisteren was ik na 5 minuten weer terug. De bootjes van de dolfijntour/snorkeltour liggen langs de hele kust in de weg. Zodra de verkopers door hebben dat er een toerist over het strand loopt, wordt die belaagd met houten dolfijnenbeeldjes. Even rustig over het strand wandelen is er hier niet bij. Helaas.
In de avond (donker) lopen wij opnieuw naar het dorpje. Onderweg zien wij een toerist (+/- 42 jaar) aan de kant van de weg staan. Hij kijkt angstig naar het voorbijrazende verkeer. Aan de overkant staat een golfkarretje van een of ander hotel vol met toeristen op hem te wachten. Hij heeft zeker gepind. Als wij hem gepasseerd zijn, kijken wij elkaar aan en zeggen hetzelfde: heb jij ook de neiging?? Wij lopen terug naar de nog altijd bange man en stappen op straat en dwingen zo de brommertjes om gas terug te nemen. De bange toerist rent snel naar het golfkarretje waar andere toeristen zitten te lachen. Wij lopen door en als wij worden ingehaald door het karretje roept de chauffeur naar ons: 'thank you!'. Die heeft een mooi verhaal om te delen met zijn collega's.
Wij duiken een stille zijstraat in. Gisteren zagen wij bij restaurant 'Tempo doeloe' een interessante menukaart. Eindelijk redang op de kaart! Uiteraard kiezen wij hiervoor en nemen er een beef curry schotel bij. Voor het eerst zien wij ook op de kaart 'Old-Dutch colonial way of dining (oftewel rijsttafel). Met daaronder inderdaad verschillende gerechten die dan op tafel worden gezet.

Komodo-varanen en lunch voor de arenden

Het is ruim 3,5 uur varen naar Rinca eiland. Dit is het een na grootste eiland waar de Komodo-varaan leeft. Op het eiland leven verder buffels, herten en makaken. Er mag niet meer gejaagd worden door locals. Enige locals die er 'wonen' zijn de rangers. Hier moet uiteraard voor gekookt worden. Rondom de keuken hangen dan ook wat varanen rond.

Het is middag en de zon schijnt volop. Toch besluiten wij om de langste wandeling te doen. Een tocht van ongeveer 2 uur, onder leiding van een ranger gewapend met een stok. Hopelijk zien wij behalve komodo-varanen nog andere dieren. Wij zien een buffel, wat herten en makaken. De komodo's die wij hebben gezien, houden zich in het begin op.
De rest van de dieren zitten op het deel van het eiland waar je als toerist niet mag komen.
Terug aan boord krijgen wij lunch, rijst, mie, groente en stukjes gebakken kip (bestaande uit voor deel bot en klein deel beetje vlees.Het is een kleine boot, maar goed genoeg voor twee personen. De bemanning bestaat uit de kapitein, kok en een manusje van alles. De gids is ook mee.
Wij hebben een eigen kajuit. Voor op het dek staan twee bedden die overdag dienst doen als bank en een tafel. De overige twee bedden staat in de stuurshut. Op het achterdek bevindt zich de keuken, de toiletruimte waar tevens je kan douchen. Voor het eten en het water wordt gezorgd. Al het extra's moet je van tevoren zelf kopen in een van de vele toko's.
(Kennelijk hebben Indomaret en de Alfamart nog geen vaste voet op het eiland Flores)
Na opnieuw 3,5 uur varen komen wij aan bij Komodo eiland waar wij voor anker gaan. Wij willen liever in de ochtend een bezoek aan het eiland zelf brengen. Dan hebben we kans dat wij wat meer komodo's zien dan midden op de dag en zijn ze misschien niet allemaal weg gejaagd door de toeristen. De gids had snorkelspullen voor ons geregeld. Wij laten het snorkelen aan ons voorbij gaan. Evert heeft nog steeds last van zijn benen. Ik heb inmiddels een verkoudheid te pakken, veroorzaakt door de airco in het Japanse restaurant in Makassar. En je mag maar op 1 plek snorkelen. Op desbetreffende plek liggen al een aantal grotere boten voor groepen. Op sommige boten zitten rond de dertig mensen.
De kok had inmiddels door dat ik vogels fotograferen een leuke bezigheid vind. Bij het vertrek uit de haven van Rinca zagen wij een paar ijsvogels en een arend. Lastig op de foto te krijgen als de boot vaart en de vogels je toegemoet vliegen.
Terug naar de ligplaats even voor de kust van Komodo. Volgens de kok vliegen hier ook arenden rond. Dat klopt want ik zie inderdaad er twee overvliegen en plaatsnemen in een boom. Recht tegenover ons. Mooie plek!
De kraaien van het eiland komen aan boord buurten. De kok legt een banaan neer op het voordek en een bijdehante kraai pakt de banaan mee. Deze is ze zwaar voor hem en moet hem loslaten. De foto is helaas mislukt.
Dan komt de kok met de mededeling of ik er klaar voor zit want hij gaat de arenden voeren. Wij zien hoe hij stukken mooie kipfile in het water gooit. Ze zullen het vaker hebbben gedaan, want inderdaad de arenden komen in duikvlucht op het water af om de kip in een beweging mee de lucht in te nemen. Intussen heeft zich een nog grotere arend aan het tweetal toegevoegd. Dat is het mannetje. De andere twee zijn moeder en jong. Het levert een paar mooie foto's op.
Dit is meteen het antwoord op de vraag waarom wij met de lunch botjes kip met beetje vlees kregen. De rest wordt weggegeven. :-)
Na de ondergaande zon, vertrekt een grote zwerm fruitbats van het kleine eiland waar wij voor anker liggen.
In de avond staat er stukjes tonijn op het menu. Wij hadden ze al in de keuken zien liggen in een teil met water. De tonijn die hier vandaan komt is een kleinere soort. Ik heb onderweg er 1 uit het water zien opspringen. (Zelfs een foto van als bewijs) Helaas wordt de tonijn doodgefrituurd.
Wij gaan vroeg onder de wol aangezien wijzondag om 6 uurmet de boot vertrekken. Het is een kleine 3 kwartier varen naar de haven van Komodo-eiland. Met zonsopkomst tuft onze boot weg. Als eerste vertrekken, betekent als eerste aankomen. Zodoende liepen wij even over zeven het park binnen. Onze gids Iwan wijst wat gaten in de grond aan. Dit zijn de holletjes van de landkrabben. Wij zien hele grote zitten. Op de vraag of ze niet worden opgegeten door de locals, is het antwoord dat ze giftig zijn. Giftig als in dat ze bijten.... Vonden al dat hij wat angstvallig op het wandelpad bleef. Frapant dat ons wordt geadviseerd in goede wandeloutfit te komen, terwijl de rest van de toeristen in een korte broek, hempje en slippers komen aanzetten.
Wij kiezen opnieuw voor de langste wandelroute. Deze duurt weer 2 uur. De kortste route waar de meeste toeristen voor gaan duurt 30 minuten. (Met slippers waarschijnlijk wat langer)
Op Komodo-eiland zien wij wat meer vogels en vlinders en....Komodo-varanen. Wij zien zelfs een jonge Komodo-varaan die aan het opwarmen is in een boom. Tot hun ongeveer vijfde levensjaar leven de jonge varanen in bomen. Op de grond zijn ze een makkelijke prooi voor slangen, arenden en zelfs volwassen Komodo-varanen. De jonge varanen eten insecten, kleine slangen, hagedissen en vogeltjes. Als er een paar andere toeristen erbij komen staan, gaat de jonge Komodo ervandoor.
De volgende Komodo-varaan die wij tegenkomen is wat actiever en steekt voor ons het zandpad over. Dit keer geen buffel of makaken, wel een paar herten gezien. De ranger ziet op een heuvel een wat grotere varaan in het zonnetje ligt op te warmen. (Deze heuvel beklimmen wij uiteraard. Na de foto moeten wij diezelfde heuvel ook weer af)
En voor wij het weten hebben wij er al 1.5 uur op zitten en lopen wij tussen de toeristen die de kleine route doen. Ze staan allemaal stil bij een wat kleinere varaan. Wij slaan deze over en lopen snel verder om weer voorop te kunnen lopen. Dat werpt zijn vruchten af. Even verderop ligt een grote varaan heerlijk op het pad op te warmen. Wij gaan er achter zitten voor een foto-moment als bewijs dat wij echt bij de Komodo-varanen zijn geweest.
Bij het huttendorp van de rangers aangekomen, zien wij opnieuw een wandelde Komodo-varaan. En deze steekt zijn tong uit! Yes, dit is een moment waarnaar ik heb uitgekeken. Een foto van een Komodo-varaan met zijn tong uit zijn bek. De tong doet dienst als neus. Ik ga hurken (zo komen wij later achter dit mag helemaal niet) en maak een paar foto's. De ranger kijkt wat angstig.
Ik heb liever een dier voor mij dat ik zie aankomen lopen dan dat ik mijn rug naar ze toekeer en wegwandel. Dit viel mij gisteren al op. De rangers lopen met de rug naar de varaan gekeerd weg. Ik wandel de eerste paar meter achteruit.
Wij gaan beginnen aan de terugreis. Nog steeds niet in goede gezondheid om te snorkelen. In plaats daarvan weet de kok wel een plek met kans op manta roggen. Wat zijn ze groot! Leuk om ze te zien.
Ook de lunch van deze dag bestaat uit kip met botten. In de middag, rond 1/2 3, meren wij af in de haven van het eiland Flores. Ik heb aan de kok wat foto's beloofd van de arenden. Iwan geeft als adres het adres van de touroperator door. Ik hoop dat het goed komt.
Het was ons eerder opgevallen en nu weer ze zijn niet gewend om een fooi te krijgen. De kapitein kijkt verbaasd als wij hem een enveloppe geven.
Terug in het hotel herpakken wij de koffers. Morgen vliegen wij terug naar Bali voor de laatste dagen.